Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [25]Dood hen niet, opdat mijn volk [het] niet vergete; doe hen [26]omzwerven door Uw macht, en [27]werp hen neder, o Heere, ons Schild! 25. Breng hen niet tevens en schielijk om, maar verdeel uwe oordelen op tijden en malen, opdat mijn volk [waarover Gij mij tot koning gezalfd hebt, of mijne landslieden] de menigvuldigheid uwer straffen voor en na aanschouwende, des te beter daaraan gedenken en daardoor geleerd worden. 26. Tot een schouwspel. 27. Of, doe hen nederdalen, uit hunne staat en eer, waarop zij zich trotselijk verlatende, zoveel kwwads voornemen en bedrijven.